231 – Tranen Gelachen (Guus Meeuwis)
TRANEN GELACHEN (word document)
TRANEN GELACHEN
T + B De regen verpest ’n middag in maart.
Tenminste dat had ze gedacht.
Maar ik heb in m’n hoofd nog wat zonlicht bewaard,
dus ik ben de laatste die lacht.
S + A En mèt zonder jas, stap ik naar buiten.
Begin ik m’n tocht, vol goeie moed
Ik moet me inhouden niet te gaan fluiten.
Zo loop ik de zon tegemoet.
A + T Maar vandaag zie ik m’n vrienden van vroeger.
Gewoon om te zien
of er ergens iets zit,
van die jongens in ons,
die nergens om vroegen,
die niet wilden weten wat zwart was of wit.
Allen Ik heb tranen gelachen, onnozel gedaan en tenslotte tevreden,
het licht uit gedaan.
S Ik word begroet _________________
A + T + B Ik word begroet met ’n klap op m’n schouder:
“hoe is ’t met jou?”, eerste grap, eerste glas.
Hier in dit licht zijn we nauwelijks ouder.
S (rust) dan lachen we pas.
A + T + B Even ’n stilte, dan lachen we pas.
Allen Eén voor één druppelt het binnen,
S + A Oeh_____ oeh______
T + B de mannen van toen veranderen nooit.
Maar toch is er nog zo veel nieuws te verzinnen,
de mannen van toen veranderen nooit.
Allen Ik heb tranen gelachen, onnozel gedaan en tenslotte tevreden,
het licht uit gedaan.
S + A Oeh ________ ochtend in maart oeh_____
B Oeh____________________oeh__________
T De sterren voorspellen ’n ochtend in maart,
die fluistert: de lente begint.
S + A Oeh _____ taxi meer krijgen
B Oeh _______________________
T En ik kan hier op dit uur geen taxi meer krijgen,
Allen maar dat maakt me niet uit:
de lente begint!
Aah _______________
Ik heb tranen gelachen, onnozel gedaan en tenslotte tevreden,
het licht uit gedaan.
Ik heb tranen gelachen, onnozel gedaan en tenslotte tevreden,
het licht uit gedaan.
het licht uit gedaan.
Oeh_____________
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!